Een verslag van het symposium ‘Democratie en burgerschap in een digitaliserende wereld’
Geschreven door: Marel van Andel in opdracht van BiSC en Cubiss (organisatie symposium)
De tafels, stoelen, koffie en marktkramen staan klaar en de lichtinval is mooi. De Metaal Kathedraal in Utrecht is er klaar voor: het symposium Democratie en Burgerschap in een digitaliserende wereld op 6 februari. In de voormalige kathedraal en metaalfabriek komen ruim honderd bibliotheekmedewerkers en partners bij elkaar om te leren en het gesprek aan te gaan over de betekenis van burgerschap en democratie, de digitale wereld, en de rol van de Bibliotheek.
Lezen en gelezen worden
Alle deelnemers verzamelen zich op de eerste verdieping onder de gewelven van de kathedraal. Daar trapt keynotespreker Maxim Februari de dag af. De schrijver en filosoof neemt het publiek mee in de wereld van machines en burgers. Hij heeft het over de toenemende rol van technologie in de samenleving. Maxim: “We zien om ons heen op dit moment een essentieel kantelpunt waarbij jij als mens niet enkel leest, maar ook gelezen wordt. Het is tweerichtingsverkeer geworden. Waar we vroeger alleen zelf de krant lazen, is het nu zo dat de krant ons ook leest.” De Volkskrant stuurt Maxim regelmatig updates over zijn leesgedrag, het aantal artikelen dat hij leest of de hoeveelheid spelletjes die hij in de app speelt. “Dit verzamelen van data gebeurt online constant overal. Alle data van alle gebruikers worden weer gecombineerd tot grote datasets en statistiek, waar veel geld mee verdiend wordt”, gaat Maxim verder.
En volgens hem gaat dit ook grote invloed hebben op hoe landen bestuurd worden. “Kijk maar naar Elon Musk in de Verenigde Staten[1].” Dit jaar gaan we real time zien wat er gebeurt met democratie, wanneer we geregeerd worden door machines, die keuzes maken enkel gebaseerd op rekenen en statistiek”, zegt Maxim. “En dan zien we ook meteen welke burgers nog een rol spelen in deze technocratie en wat dat doet met hoe we onze maatschappij dan vormgeven.”

Maxim Februari tijdens zijn opening op het symposium | Foto door: Coen Koppen
Kaffeehauskultur
Het is meteen een goede binnenkomer waar men niet al te blij van wordt. Maar gelukkig ziet Maxim ook in die maatschappij van de toekomst een belangrijke rol voor bibliotheken. “In een tijd waarin alles draait om data en rekenen, krimpt de wereld van het woord. Ook chatbots als ChatGPT schrijven niet, ze maken een rekenkundige inschatting van welke woorden jij wilt zien.” Volgens de filosoof is de Bibliotheek een plek waar het woord wel de ruimte kan krijgen. “Ik ben een groot voorstander van het papieren boek en fysieke gesprekken”, zegt Maxim. “Daar is de Bibliotheek de plek voor. Er zijn in de wereld ook problemen die geen informatieproblemen zijn, die kunnen dus ook niet opgelost worden met informatie. We missen straks de Kaffeehauskultur.” Door digitalisering verdwijnen de mogelijkheden om samen te komen, koffie te drinken, te lezen, te schrijven en te discussiëren. Hier kan de Bibliotheek volgens Maxim bij uitstek de plek voor zijn. “Die kan deze culturele en sociale functie innemen in de maatschappij.”
Programmering in de Bibliotheek
De bibliotheeksector zelf ziet ook in dat de Bibliotheek een belangrijke plek kan hebben in de digitaliserende samenleving. Daarom zijn participatief burgerschap, burgerwetenschap en democratie ook thema’s in het programma Digitaal Burgerschap. In dit programma werken bibliotheken eraan om mensen te helpen actief, weerbaar en vaardig te worden in de online informatiesamenleving. Dit doen de bibliotheken onder andere door het organiseren van activiteiten, zoals lezingen, workshops en exposities. Ook het in gesprek gaan over de rol van burgers zelf in de democratie is hier een onderdeel van.
Maxim: “De Bibliotheek is druk bezig met het helpen van mensen met het leren van digitale skills. En dat is belangrijk, want gelezen worden door taalmodellen is iets nieuws. Een taalmodel kan ook liegen, maar het is lastiger te herkennen, omdat het model andere motieven heeft om te liegen dan dat we bij mensen gewend zijn, doordat het geen talige, maar een rekenkundige geest heeft.”
Digitale publiek ruimte

Jantien Borsboom vertelt op het symposium over de macht van techbedrijven | Foto door: Coen Koppen
Ook Jantien Borsboom, directeur van Public Spaces, ziet dat er in de digitale wereld heel wat dingen mis gaan, en dat bibliotheken mee kunnen bijdragen aan een oplossing, zij ziet deze oplossing alleen meer digitaal. Ze neemt het woord op het podium over van Maxim. “We leven in een fysieke wereld, die we heel bewust indelen. We bedenken welke gebouwen waar komen, en wat daar dan de regels zijn. Maar hoe doen we dat in de online wereld? Niet zo bewust. Er is bij de digitale publieke ruimte veel te lang gewacht met regelgeving, waardoor een klein aantal grote techbedrijven nu alles voor het zeggen heeft.”
Om die reden pleit Jantien met Public Spaces voor een exit-strategie voor deze indeling van de online publieke ruimte. Ze wil een digitale plek die open, transparant, verantwoordelijk en soeverein is, en waarbij de mens centraal staat. Om die reden houdt Public Spaces de campagne #makesocialssocialagain, waar ze oproepen om alternatieven te gebruiken voor big tech media, en dus platforms als Facebook en X achter je te laten en over te stappen op Mastodon of BlueSky. Ook daar kan de Bibliotheek iets bij betekenen. Zo organiseert de Bibliotheek Midden-Brabant elke maandagmiddag een spreekuur Alternatieven voor Big Tech.
Eigen platform?
En wie weet gaat dat in de toekomst nog een stap verder. “SURF, het bedrijf achter de meeste ICT in het Nederlandse onderwijs, experimenteert met een eigen server op Mastodon voor studenten, onderzoekers en medewerkers, om daar een open source sociaal platform in te richten met publieke waarden voorop. Iedereen kan er makkelijk naartoe op https://social.edu.nl/. Misschien is dat ook wel iets voor de Bibliotheek? Is het bijvoorbeeld mogelijk om bij je lidmaatschap van de Bibliotheek ook uitgenodigd te worden voor een digitale plek waar ruimte is voor publiek debat?”, eindigt Jantien haar presentatie vragend.
Democratische code
Met deze nieuw opgedane inzichten en vraagstukken, vertrekken de deelnemers naar parallelsessies, waar ze dieper in kunnen gaan op specifieke thema’s. Al snel wordt duidelijk dat er al veel gedaan wordt om van de Bibliotheek een plek voor publiek debat te maken. Een van de sessies gaat bijvoorbeeld over de eerste versie van de democratische code, die ontwikkeld is door Bram Eidhof, Probiblio en BiSC. De code kan door bibliotheken ingezet worden bij het maken van keuzes over hoe je democratie en burgerschap een plek geeft in de Bibliotheek. Iets wat ook als opdracht is vastgelegd in het nieuwste bibliotheekconvenant.

Samen in gesprek over de democratische code | Foto door: Coen Koppen
Tijdens de sessie kijken de deelnemers kritisch naar hoe de code eruit ziet en hoe deze ingezet zou kunnen worden. Een van de deelnemers weet direct een voorbeeld: “We zijn in de Bibliotheek al lang bezig met een discussie over of we wel of niet iets willen organiseren over de oorlog in Gaza. We willen graag dat daar een open gesprek over gevoerd kan worden, maar we twijfelen ondertussen ook of wij daar de juiste plek voor zijn. Met deze code kun je keuzes die je maakt rechtvaardigen en kun je daar de juiste woorden voor geven.” Ook krijgt de code nog wel kritische noten. “Er staan nog veel brede woorden in, zoals ‘democratische kansen’, en ‘burgerschap’. Dat blijven brede begrippen, die een gesprek kunnen bemoeilijken.”
Gesprek en technologie samen
In een andere sessie wordt duidelijk dat technologie niet alleen gesprekken en debatten vervangt, maar juist ook kan helpen daarbij om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Dat laat CeesJan Mol van Eindhoven CityLab zien. Het CityLab ontwikkelde een AI-gedreven tool, die bewoners helpt om samen in gesprek te gaan. De tool luistert mee tijdens een gesprek, en herschrijft telkens een gezamenlijk standpunt totdat iedereen het ermee eens is. Na een aantal testsessies blijkt dat inwoners het een leuke manier vinden om op die manier het gesprek aan te gaan.

LAIO vertelt over journalistiek en AI op de informatiemarkt | Foto door: Coen Koppen
Dit soort mooie voorbeelden van hoe technologie en burgerschap hand in hand kunnen gaan, zijn ook te vinden op de informatiemarkt. Zo laat Beam It up zien hoe ze fictieve historische personages tot leven laten komen voor kinderen door hen ermee te laten chatten of bellen. Ze kunnen vragen stellen en krijgen dan antwoorden die gegenereerd zijn op basis van een data bestaande uit historische bronnen die de ontwerpers zelf bij elkaar gezocht hebben. Studenten sociologie aan de Erasmus Universiteit presenteren hun onderzoek naar AI in de lokale journalistiek en LAIO laat zien hoe je met AI een nieuwssite kan draaien en hoe er op deze manier, op initiatief van Bibliotheek Eemland en BiSC Utrecht, een website door AI met nieuws over bibliotheken bijgehouden wordt.

De historische nepnieuwsquiz door Beeld en Geluid | Foto door: Coen Koppen
Hoe nu verder?
Dan komt de dag tot een eind met een afsluitende historische nepnieuws quiz door Beeld & Geluid. Maar hoe moet het nu verder? Het symposium brengt veel nieuwe inzichten en mogelijke scenario’s waarin een aantal dingen duidelijk wordt die nodig zijn in de toekomst.
De opkomst en het enthousiasme van de deelnemers laten zien dat het duidelijk is dat bibliotheken het zien zitten om ervoor te zorgen dat de Bibliotheek een plek is, blijft en wordt waar publiek debat gevoerd kan worden. De Bibliotheek is een plek waar mensen niet alleen terecht kunnen voor het lezen van een geschreven boek, maar ook om te leren zichzelf als een actieve burger, met vaardigheden en een mening te verplaatsen in de samenleving. Programma’s als Digitaal Burgerschap en de democratische code zullen helpen om daar landelijk een mooie lijn in aan te brengen.
Maar wat moet die lijn worden? Tijdens het symposium komen verschillende scenario’s naar voren. Het eerste scenario brengt Maxim Februari, waarin de Bibliotheek een offline plek is, gericht op samenkomst, lezen in plaats van gelezen worden en samen het gesprek aan te gaan. Een zaadje voor een tweede scenario wordt geplant door Jantien Borsboom. De Bibliotheek gaat juist wel mee met de digitalisering en zet zich actief in om een digitale een plek te zijn waar mensen op een veilige, democratische manier in gesprek te gaan.
De ideale wereld lijkt de rest van deze dag niet in een van deze twee uitersten zit. Bibliotheken hoeven niet enkel wel of niet mee te gaan in de digitale wereld. Het is ook mogelijk om technologie te gebruiken om de taken van de Bibliotheek te verbeteren. Om samen met technologie in te zetten op persoonlijk contact, debat, open gesprekken en nieuwe inzichten, óók over onderwerpen als technologie. Daarmee richten we ons niet op lezen en gelezen worden, maar op voeden en gevoed worden. Door samen te komen, voed je elkaar en leer je over nieuwe ontwikkelingen. Je voedt de technologie, die met statistiek en snelle dataverzameling nieuwe inzichten kan brengen en jou weer extra kan voeden om het gesprek aan te gaan. De Bibliotheek van de toekomst? Een ontmoetingsplek met voor iedereen ruimte aan tafel, ook voor technologie.
Contact
Voor meer informatie kun je contact opnemen met Els van de Kar.
[1] Marietje Schaake schrijft in haar boek ‘De tech coupe’ over de overname van overheidstaken door techbedrijven. In een interview met de Correspondent zegt ze: ‘De techmiljardairs hoeven de politiek niet meer van buitenaf te beïnvloeden, maar geven de politiek mede vorm.’
(Foto rechtsboven: keynote spreker Maxim Februari aan het woord op het symposium | Foto door: Coen Koppen)